Kwaliteitsplein
Mode en Kleding

Hoe past een overhemd het beste?

Hoe past een overhemd het beste?

Het lijkt zo’n simple vraag – maar kijk maar eens om je heen.

De grote meerderheid van de mannen dragen overhemden die een of twee maten te groot zijn.

 

Waarom is dit belangrijk?

Simpel– een niet goed passend overhemd:

  • Is oncomfortabel
  • Laat je er minder professioneel uitzien

Deze redenen zouden je genoeg moeten motiveren om je eigen overhemden te laten aanpassen door een kleermaker of om op zoek te gaan naar een nieuwe overhemd.

Hoewel beide opties je geld gaan kosten is het resultaat het belangrijkst – een overhemd dat goed aanvoelt en er goed uitziet.

 

De details in een goed passend overhemd.

Overhemd kraag

Precies goed: De perfecte kraag raakt de huid helemaal om de nek heen, maar drukt er niet op. Het moet mogelijk ijn om een vinger tussen je nek en het overhemd te stoppen zonder dat dit veel moeite kost.

Te strak: De kraag is zo straks dat deze op de huid drukt. Het voelt onprettig alsof je beklemd wordt. Het is onmogelijk om een vinger tussen het overhemd en de nek te stoppen zonder te trekken, duwen of te forceren.

Te los: De kraag raakt de nek niet, maar hangt van het lichaam af. Je kunt er een vinger tussen stoppen zonder de stof aan te raken.

Overhemd schouder

Precies goed: De vertical schouder naad zit op de rand van de schouder, daar waar de schouder overgaat in de arm. Er is genoeg ruimte voor de oksel en het overhemd zit niet te straks om de arm.

Te strak: De naad zal hoger zitten, verder richting de nek, Soms zit de mouw gedeeltelijk bovenop de schouder. Als de mouw te strak is kan deze ook verdraaien, waardoor er kreukels worden veroorzaakt langs de naad.

Te los: De naad hangt van de schouder af, langs de buitenkant van de biceps. Er kan ook extra stof overblijven die tegen het overhemd hangt, zodat er geen ruimte meer zichtbaar is tussen arm en lichaam.

 

Overhemd torso

Precies goed: De knopen sluiten goed en de binnenkant van de boord rust licht op je borstkas. Het overhemd zit goed met geen plooien aan de zijkanten.

Te strak: De knopen sluiten te strak, dit zorgt voor plooien rondom de knoopgaten. Deze strakheid kan ook aan de mouwen trekken, waardoor de mouwen verdraaid gaan zitten.

Te los: Overtollige stof hangt slap rondom de buik of borst, dat voor zichtbare golvingen zorgt. De boord van het shirt beweegt en rust niet op het borstbeen. Het instoppen van het overhemd zorgt voor golvingen in de stof en opbolling.

 

Overhemd mouw

Precies goed: De mouw zit iets wijder bij de bovenarm dan bij de manchet, glad en gelijkmatig. Er zit een beetje losheid in als de arm recht hangt, zodat de elleboog niet beperkt wordt bij het buigen. De losheid moet evenwichtig verdeeld zijn, niet opgehoopt bij de schouder of de manchet.

Te strak: De pasvorm is goed wanneer de arm recht hangt, waardoor het moeilijk is om de elleboog of schouder te bewegen. Strakheid kan plooien veroorzaken op de schoudernaad of elleboog

Te los: Er is zo veel speling dat de zwaartekracht de stof naar beneden trekt en een ophoping creëert, vooral rondom de manchet. Losse stof rond de mouwen wappert ronde en kan ook onder de elleboog en biceps hangen.

 

Overhemd manchet

Precies goed: De manchet zit dicht bij het lichaam maar laat een beetje ruimte over tussen de manchet en de huid. Het zou mogelijk moeten zijn het shirt aan of uit te trekken zonder de manchetten los de knopen. Genoeg ruimte voor een paar vingers of een normaal horloge is een goede ruimte.

Te strak: Het is onmogelijk om het shirt uit te trekken zonder de knopen los te maken. De manchet drukt tegen de huid rondom de pols. Horloges kunnen niet worden gedragen onder de manchet en de manchet kan niet over het horloge heen glijden.

Te los: De manchet is zo wijd dat deze losjes over een horloge kan glijden en nog steeds ruimte over laat om een paar vingers tussen te stoppen. Vouwen en plooien vorm zich in de stof van de manchet als de armen rusten op een oppervlak zoals een tafel.

 

Overhemd mouwlengte

Precies goed: De mouw komt tot aan het grote bot van de pols aan de basis van de pink/ringvinger. Als een jasje wordt gedragen moet er iets meer dan een centimeter van het overhemd onder het jasje uit komen. De mouw moet tenminste het horloge aanraken, in sommige gevallen zelfs bedekken. Een overhemd met lange mouw is daarom aan te raden.

Te kort: De mouwen bedekken het grote bot van de pols niet, of steekt niet uit als er een jasje wordt gedragen.

Te lang: De mouw valt tot het punt waar de hand breder begint te worden, verder dan de pols. Dit kan leiden tot opeenhoping van de mouwen als de mouwen te lang zijn. Als een horloge wordt gedragen wordt deze compleet bedekt door de mouwen.

 

Overhemd boordlengte

Precies goed: Wanneer het hemd niet ingestopt is valt de boord ver genoeg om de riem te bedekken. Het zou lang genoeg moeten zijn aan alle zijden om tenminste 2,5 cm in een comfortabele broek te kunnen stoppen.

Te kort: Wanneer het hemd niet ingestopt is bedekt het niet compleet de riem of de taille van de broek. Wanneer deze wel ingestopt is blijft een gedeelte van de onderkant nog zichtbaar, of er blijft zo weinig stof over dat het overhemd weer naar buiten komt bij beweging of buiging van het lichaam. Men kan een gedeelte van je Beeren Ondergoed zien.

Te lang: De boord valt helemaal tot aan het kruis aan de voorkant of tot over de billen aan de achterkant. Als het overhemd ingestopt is blijft er veel stof over die zicht ophoopt of moet worden weggestopt tot aan de benen.

 

Voor meer info : https://mouwlengte7.com/